In onze vorige nieuwsbrief is uitgebreid stil gestaan bij de kwaliteit van het gravel op de gravelbanen. De banen 5 en 6, en 9 tot en met 12 zijn zonder meer uitstekend. Maar over 1 tot en met 4 en de banen 7 en 8 zijn we ontevreden. Ook op de site van LTC Startbaan is aandacht aan dit onderwerp gegeven al is de erbij geplaatste foto niet representatief voor de problematiek

Zoals velen geconstateerd zullen hebben ligt er (te) veel los gravel op de banen.  Te veel los gravel duidt er namelijk op dat het gravel onvoldoende aaneen ‘pakt tot een mooie harde ondergrond, er is dan sprake van ontmenging. Het is lastig om de vinger op de zere plek te leggen en om een eenduidige oorzaak aan te wijzen, temeer daar het verschil tussen banen groot is. De kern is gelegen in de kwaliteit van het gravel die weliswaar volgens de norm is gekeurd maar toch teveel grove korrels bevat.

Over deze situatie is breed met diverse deskundigen gesproken, met onze eigen adviseur, onze aannemer en onderaannemer, maar ook met andere partijen die elders ook met deze gravel-problematiek geconfronteerd zijn tot aan de KNLTB aan toe. Daarbij kwamen ook veel oplossingen naar voren, oftewel ‘zoveel deskundigen, zoveel meningen’. Toch hebben we uit deze consultaties wel een rode draad kunnen ontlenen en dat heeft geleid tot de volgende maatregelen:

  1. Het losse, vooral grove gravel wordt voor een groot gedeelte van de banen verwijderd, nog meer dan nu al gebeurd is
  2. Herman Mus gaat ‘s morgens niet langer met een borstel de banen egaliseren, maar met zware of verzwaarde sleepnetten. De borstels vereenvoudigen weliswaar het egalisatie-proces, maar dragen ook bij aan het verder losmaken van het grove materiaal
  3. Hiermee moet het proces van ‘ontmenging’ tot staan gebracht worden
  4. Met nieuw, fijner gravel worden oneffenheden op de banen gerepareerd en waar nodig zullen banen ook ligt ingestrooid worden met dat gravel.
  5. Het gebruiken van fijner gravel is een subtiel proces omdat daarmee wel een verharding van de baan bereikt gaat worden, maar als dat proces te strak verloopt leidt het tot een vermindering van de waterdoorlatendheid. Extra walsen moet in deze situatie met de nodige voorzichtigheid toegepast worden.

Dit zijn de eerste stappen die genomen worden en met enkele deskundigen zullen we daarmee te bereiken verbeteringen op de voet volgen. Daarbij gaat het om zowel een externe adviseur van de aannemer en ook om deskundigheid uit de stal van de KNLTB.

Naast deze door ons op te nemen maatregelen willen we ook een beroep doen op jullie als bespelers van de banen. Daarbij gaat het om de volgende zaken:

  • Ga na iedere speelronde of wedstrijd heel zorgvuldig de banen slepen
  • Probeer daarbij eventuele kuilen en hobbels zoveel mogelijk te egaliseren
  • Zorg er voor dat de banen niet te droog worden en laat toe dat er regelmatig gesproeid wordt, dan wel geef je bij Manuel op voor een sproeiteam in droge perioden. Via een Whatsapp-groep kunnen we jullie dan inschakelen.